Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Een beter milieu begint met staal

Statistical Review of World Energy: 2023, duaal duurzaam
De winning van energie uit duurzame bronnen (zon en wind) is wereldwijd met 13 procent gestegen, zo wordt duidelijk uit de ‘Statistical Review of World Energy’. Minder positief is dat ook het energiegebruik én de uitstoot van CO2 als gevolg van energiegebruik op aarde flink is toegenomen.
Nu ook in Nationale Milieudatabase: staalframebouw
De nieuwe verklaring vertegenwoordigt frames van koudgevormde staalprofielen met wanddikten (plaatdikten) van 1–2 mm.
Windparken gezamenlijk ontmantelen
Sif Decom en Ballast Nedam gaan samen de ontmanteling van verouderde fundaties van offshore windparken aanpakken.
Personeelstekort sta-in-de-weg naar klimaatneutraal in 2050
Het doel om de gebouwde omgeving van Nederland per 2050 klimaatneutraal te hebben, is ‘realistisch niet haalbaar’, stelt het EIB.
Bouwemissietool gelanceerd
TNO introduceert de TNO Bouwemissietool, een zelf ontwikkelde rekentool voor snel inzicht in schadelijke emissies bij uitvoering bouwprojecten.

kwantificeren van flexibiliteit

Hergebruik Kantoorgebouw Oranje Nassaumijnen, Heerlen (Jo Coenen).

Bepaling ESL-factor, conform afstudeeronderzoek ir. Frank Tool (TU Delft)

In de downloadsectie vindt u het afstudeerrapport met daarin de achtergronden van de tool. Een korte beschrijving van de tool staat onderaan deze pagina.

1) Stabiliteitssysteem (St)
2) Gevelfunctie (GF)
3) Gevelstramien (GS)
4.0) Kolommen of wanden ?
4.1) Stramien draagconstructie (X) (SX)
4.2) Stramien draagconstructie (Y) (SY)
5) Sparingsflexibiliteit vloeren (Sp)
6) Draagvermogen vloeren (D)
7) Overmaat vloer (Ov)
8) Optoppen (Op)
9) Overmaat hoogte (Oh)
10.1) Bereikbaarheid installaties (I)
10.2) Positionering leidingschachten (L)

Toelichting grafiek

  • zwarte lijn = berekende ESL-factor;
  • rode lijn = minimale ESL-factor;
  • groene lijn = maximale ESL-factor.

Hoe dichter de zwarte lijn zit op de groene lijn, hoe hoger de ESL-factor en hoe duurzamer het ontwerp.
De ESL-factor verdisconteert de langere levensduur van het gebouw. De milieukosten, berekend met Greencalc+
worden 1/ESL lager. Dus als de ESL-factor 2 is, dan zijn de milieukosten volgens Greencalc+ 1/2.

Tool voor constructieve duurzaamheid

In het kader van zijn afstuderen aan de TU Delft introduceerde ir. Frank Tool eind vorig jaar een methode voor het bepalen van de duurzaamheid van draagconstructies. De methode – ontwikkeld op initiatief van IMd Raadgevende Ingenieurs – biedt constructeurs tijdens het ontwerp de mogelijkheid om verschillende constructiesystemen en hun materialen te beoordelen op milieubelasting. De bestaande instrumenten, zoals Greencalc+, Dubocalc en GPR Gebouw, zijn daarvoor aanmerkelijk minder geschikt: ze zijn immers bestemd voor toetsing van een geheel gebouw en daarmee te weinig gedetailleerd voor een (vlotte) toetsing van de constructie.

De nieuwe tool gaat uit van de (verwachte) levensduur van draagconstructies, waarin constructieve flexibiliteit en aanpasbaarheid meetellen. Levensduurbepalende aspecten zijn het draagvermogen en de spanningsflexibiliteit, het stabiliteitssysteem, de overmaat in verdiepinghoogte en vloeroppervlak, de stramienmaten, de gevel en de plaats en bereikbaarheid van installaties.

De tool is afgestemd op Greencalc+. In de database van dit instrument zijn de (MRPI-)gegevens over recycling en hergebruik van staal helaas niet voldoende of correct verwerkt. Bij het gebruik van de ontwerptool komen constructiesystemen in staal er dan ook – verklaarbaar, maar onterecht – slechter vanaf dan de alternatieven in andere materialen.

Belangrijke reden voor het ontwikkelen van de methode is dat draagconstructies volgens Tool goed zijn voor zo'n 60% van het materiaal van een gebouw en daarmee in hoge mate bepalend voor de milieubelasting van het gebouw. Een twijfelachtige argumentatie, omdat het aandeel van materiaalgebruik op de milieubelasting van het gebouw (sterk) afhankelijk is van de levensduur van dat gebouw. Bij een lange levensduur is de milieuimpact van het energiegebruik (in de gebruikfase) toch groter dan dat van de materialen? Bij een recente discussie op www.duurzaamgebouwd.nl brengt Tool zelf de nuancering aan: 'Bij een korte levensduur (10–25 jaar) is die invloed ongeveer gelijk aan dat van het energieverbruik. Bij een langere levensduur zal de invloed van energieverbruik toenemen. Bij een levensduur van 75–100 jaar worden de milieulasten voor ongeveer 20% bepaald door de materialen en voor 80% door energieverbruik. Echter, ervan uitgaande dat de milieubelasting door energieverbruik gaat afnemen door toepassing van duurzame energiebronnen, zal de invloed van materialen en constructie relatief toenemen.' Waarbij valt aan te tekenen dat duurzame energiebronnen ook steeds meer hun weg vinden in de productie en toepassing van constructiematerialen.

Bedenkingen daargelaten, met zijn methode levert Frank Tool een waardevolle aanzet om de levensduurbepaling van een gebouw mede te baseren op de levensduur van zijn drager. Een vervolg-onderzoek naar de levensduurbepaling van draagconstructies is gepland. De resultaten daarvan worden ingezet om de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van de tool te vergroten.

Foto: stalen vakwerkconstructie theatercomplex, voorheen tramwerkplaats, Winschoten (KAW architecten en adviseurs).