powered by
 |
|
|
|
|
Met de publicatie in het Staatsblad op 26 september 2014 staan de wijzigingen in het Bouwbesluit per 1 januari 2015 officieel vast. Meest opvallend zijn de aanscherping van de energieprestatie-eisen en verhoogde RC-eisen voor gevels en daken als gevolg van differentiatie van de vereiste isolatiewaarde per onderdeel van de gebouwschil.
EPC
Vanaf 1 januari 2015 gelden zwaardere eisen aan de energieprestatie van vrijwel alle gebouwfuncties. Zo is de EPC voor woningen van 0,60 naar 0,40 gegaan. Voor utilitaire functies is de aanscherping nog forser en dan vooral voor hotels, winkels, ziekenhuizen en scholen.
De EPC-eisen volgens Bouwbesluit 2021 per 1 januari 2015:
| functie | oude EPC-eis | nieuwe EPC-eis |
| woonwagen | 1,3 | 1,3 |
| andere woonfunctie | 0,6 | 0,4 |
| bijeenkomstfunctie | 2,0 | 1,1 |
| celfunctie | 1,8 | 1,1 |
| gezondheidszorgfunctie met bedgebied | 2,6 | 1,8 |
| andere gezondheidszorgfunctie | 1,0 | 0,8 |
| kantoorfunctie | 1,1 | 0,8 |
| logiesfunctie in logiesgebouw | 1,8 | 1,0 |
| andere logiesfunctie | 1,4 | 1,4 |
| onderwijsfunctie | 1,3 | 0,7 |
| sportfunctie | 1,8 | 0,9 |
| winkelfunctie | 2,6 | 1,7 |
De energieprestatie-eisen vormen een duidelijk dwingend middel om gebouwen energiezuiniger te maken. (Het energielabel dient inzicht te geven in het energiegebruik van een gebouw). Een lagere EPC betekent niet persé dat ook het energiegebruik van het gebouw en de energiekosten voor de gebruiker dalen. De EPC wordt berekend op gebouwgebonden energiegebruik, het energiegebruik door gebruik (zoals van kantoor- of keukenapparatuur) wordt niet meegenomen. Bovendien heeft de gebruiker een grote invloed op het energiegebruik. Bij EPC wordt uitgegaan van standaard (theoretisch) gebruik van een gebouw, terwijl aspecten als aantal gezinsleden/medewerkers, aanwezigheid, instelling thermostaat en gebruik van apparatuur het uiteindelijk rendement mede bepalen.
RC
Een tweede belangrijke wijziging in het Bouwbesluit 2012 per 1 januari 2015 betreft de RC-waarde. De eisen voor de minimale isolatiewaarde zijn nu gesegmenteerd naar onderdeel van de gebouwschil. Vóór 1 januari hanteerde het Bouwbesluit één algehele, minimale waarde van 3,5 m2 K/W. Nu geldt: voor vloeren 3,5 m2 K/W, voor gevels 4,5 m2 K/W en voor daken 6,0 m2 K/W.
De vereiste U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt) van ten hoogstens 1,65 W/m2.K. geldt nu als gemiddelde voor alle ramen, deuren en kozijnen. Een individuele component (een afzonderlijk raam, deur of kozijn) mag maximaal een U-waarde van 2,2 W/m2.K hebben.
Energielabel
Per 1 januari 2015 zijn ontwikkelaars, bouwers dan wel verhuurders of eigenaren verplicht om voor nieuwbouwwoningen een definitief energielabel aan te vragen. Bij bestaande woningen die nog geen definitief energielabel hebben, mag worden volstaan met een voorlopig label dat is gebaseerd op bouwjaar en woningtype. De eigenaar/bewoner kan dit label vrijwillig laten omzetten naar een definitief label. Die omzetting is verplicht bij verkoop of verhuur.
Ook bij nieuwe utiliteitsgebouwen en bij verkoop of verhuur van deze gebouwen is het definitieve energielabel verplicht. Het label wordt dan afgegeven op grond van een EPC-berekening, in combinatie met een (verplicht) built-as oplevercertificaat. Voor winkels en andere 'casco'-gebouwen is een pre-use label geïntroduceerd. Hiermee kan de belegger of ontwikkelaar het casco labellen. Daarnaast is een in-use label gelanceerd. Dit label waardeert specifieke energiebesparende afbouwmaatregelen. Bij het pre-use label gelden standaard aannames over de energieprestatie door afbouw.
Het definitieve energielabel wordt volgens een vereenvoudigde methode bepaald. De Tweede Kamer heeft de vereenvoudiging omarmd, het ligt nu ter goedkeuring bij de Europese Commissie. De uitgebreidere bepalingsmethode (EPA-W) blijft bestaan, maar ondergaat wel ingrijpende wijziging.
